Werken met flexibel personeel in 2025: de belangrijkste trends en (wets)wijzigingen

7 ontwikkelingen waar jij van op de hoogte moet zijn

4 collega's werken samen aan project

Wat verandert er op het gebied van werken met freelancers, uitzendkrachten en andere flexibele medewerkers? Je leest het in dit overzichtsartikel.

Trend 1: Flexwerkers blijven populair

Werken met flexibel personeel zoals uitzendkrachten, zzp'ers of tijdelijke werknemers is en blijft populair. Onderzoekers van ING voorspellen een lichte groei van de vraag naar flexwerkers (+2%) in 2025. Uit een uitgebreide scenarioanalyse van consultant Pricewaterhousecoopers (PwC) blijkt dat het aandeel flexibele arbeid in elk geval niet zal dalen. Het aandeel van flexibele arbeid en zelfstandigen blijft ofwel stabiel op de huidige 39% van de beroepsbevolking, of het stijgt tot 57%.

Wat betekent dit voor jou?

Als werkgever is het belangrijk om je tijdig voor te bereiden op drukte of groei, want personeel is schaars. Dat betekent dat het over het algemeen lastiger is om medewerkers te vinden. Hoewel flexwerkers sneller aan de slag kunnen dan vaste medewerkers, is het verstandig om zo snel mogelijk op zoek te gaan als je mensen nodig hebt.

Trend 2: Nieuw beleid rondom flexwerkers en uitzendkrachten

Het kabinet wil zorgen voor meer zekerheid voor flexwerkers. Daarom worden flexibele contracten beperkt en er komen strengere regels voor uitzendwerk en nulurencontracten. Maar tot nu toe zijn deze meeste plannen nog wetsvoorstellen. De Wet meer zekerheid flexwerkers ligt bijvoorbeeld nog bij de Raad van State voor advies. Er kan dus nog veel veranderen in 2025.

Een van de voorstellen is het wetsvoorstel Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA). Per 1 januari 2026 mogen alleen de uitzendbureaus die zijn toegelaten nog mensen uitlenen. Als werkgever mag jij vanaf dat moment alleen nog arbeidskrachten inlenen via een toegelaten bureau. Leen je in van een bureau dat niet is toegelaten, dan kun je een boete krijgen.

Wat betekent dit voor jou?

Het gaat vooral om beleidsplannen en wetsvoorstellen, dus in 2025 verandert er nog weinig. Het is wel verstandig om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws, zodat je je tijdig kunt voorbereiden op wetswijzigingen.

Het is bijvoorbeeld nu al slim om te kijken naar de certificeringen van de uitzendbureaus waarmee je samenwerkt. Zijn ze lid van een branchevereniging? Hebben ze de juiste certificeringen? En voldoen ze aan de huidige wetten? Lees hier alles over de valkuilen rondom werken met uitzendkrachten.

Trend 3: Handhaving van de wet op schijnzelfstandigheid

Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer actief handhaven op schijnzelfstandigheid. De inspecteurs kunnen dan weer meteen naheffingsaanslagen loonheffing en sociale premies opleggen, zonder waarschuwing vooraf. Op dit moment geeft de Belastingdienst eerst nog aanwijzingen en tijd om de situatie te verbeteren, voordat je een boetes krijgt.

Wat betekent dit voor jou?

Verdiep je in de wet- en regelgeving rondom werken met zelfstandigen. Begin bijvoorbeeld met dit artikel: Wat is de wet DBA? Als je je nu verdiept in de wetgeving en zorgt dat iedereen werkt volgens het juiste contract (zzp of loondienst), hoef je je weinig zorgen te maken. De controles vinden alleen plaats over de periode vanaf 1 januari 2025, dus niet over tijd daarvoor. Verder krijg je een verzuimboete als je laat zien dat je je best doet om aan de wet te voldoen. Deze boete kan hoog uitvallen.

Trend 4: Versobering van de 30%-regeling voor kennismigranten

Houd er rekening mee dat de zogenaamde kennismigrantenregeling per 1 januari 2025 verandert in een 27%-regeling. De kennismigrantenregeling is een belastingvrije vergoeding voor werkgevers. Je mag daarmee een percentage van het loon belastingvrij betalen aan een kennismigrant.

Eerder had het kabinet besloten deze kennismigrantenregeling af te bouwen, maar dat besluit is teruggedraaid. De kennismigrantenregeling blijft bestaan, maar wordt wel wat minder: je mag nu maximaal 27% van het loon belastingvrij betalen.

Wat betekent dit voor jou?

Werk je met kennismigranten of ben je van plan om dat te doen? Verdiep je in deze regeling. Onze kennispartner Maqqie heeft een uitgebreid artikel over de kennismigrantenregeling.

Trend 5: Wijziging hoge en lage WW-premie

Er zijn twee verschillende WW-premies: een hoge WW-premie voor medewerkers met een flexibel contract en een lage WW-premie voor medewerkers met een vast dienstverband. Daarop geldt een uitzondering: als een medewerker een contract van gemiddeld minder dan 35 uur per week heeft en in een kalenderjaar meer dan 30% dan het aantal afgesproken uren werkt, dan moet je de hoge WW-premie betalen.

Per 1 januari verandert deze uitzondering. Dan geldt deze regeling voor contracten van minder dan 30 uur per week.

Wat betekent dit voor mij?

Heb je medewerkers in dienst met een contract van minder 30 uur per week? Let op als zij regelmatig overwerken. Werken ze gemiddeld 30% meer uren dan het aantal contracturen, dan moet je de hogere WW-premie betalen. Wil je dit voorkomen, zorg dan dat mensen niet te veel overwerken of laat ze uren compenseren.

Trend 6: Nieuwe percentages sociale verzekeringspremies

Voor zzp'ers en uitzendkrachten betaal je geen sociale premies, maar wel voor flexibele werknemers. In 2025 gelden de volgende percentages voor de sociale verzekeringen:

  • Algemene ouderdomswet (AOW): 17,9%

  • Algemene Nabestaandenwet (Anw): 0,1%

  • Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf): het lage tarief wordt 2,74% en het hoge tarief 7,74%

  • Uitvoeringsfonds Overheid (Ufo): 0,68%.

  • Uniforme opslag kinderopvang: 0,5%

  • Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof): kleine werkgevers betalen in 2025 6,35%; grote werkgevers betalen 7,58%

  • Werkhervattingskas (Wkh): 1,33%.

Wat betekent dit voor mij?

Of jij sociale premies moet afdragen, hangt af van de contractvorm. Voor zzp'ers hoef je geen sociale verzekeringspremies te betalen, voor medewerkers met een tijdelijk arbeidscontract wel. Lees in dit artikel over de verschillen tussen tijdelijk personeel.

Trends 7: hoger minimumloon

Het minimumloon gaat per 1 januari 2025 met 2,75% omhoog. Daarmee stijgt het minimumuurloon van 13,68 naar 14,06 euro.

Sinds 1 januari 2024 ben jij als werkgever wettelijk verplicht al je werknemers per uur minimaal het minimumuurloon te betalen. Met de komst van dit uniforme uurloon zijn de vaste maandlonen, weeklonen en daglonen verdwenen voor werknemers met een 36-, 38- en 40-urige werkweek.

Er geldt nu altijd één vast minimumuurloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder. Daarnaast zijn er vaste minimumjeugdlonen per uur.

Per 1 januari zijn dit de minimumuurlonen:

LeeftijdMinimumloon per uur
21 jaar en ouder€ 14,06
20 jaar€ 11,25
19 jaar€ 8,44
18 jaar€ 7,03
17 jaar€ 5,55
16 jaar€ 4,85
15 jaar€ 4,22

Wat betekent dit voor mij?

Check op tijd of de salarissen van jouw medewerkers hoog genoeg zijn. Lees ook:

Conclusie

Het kabinet is van plan om nog veel meer veranderingen door te voeren om de arbeidsmarkt klaar te maken voor de toekomst. Zo werkt de regering aan plannen om te zorgen dat mensen meer uren werken en dat het onderwijs beter aansluit op de behoefte van werkgevers. In de loop van 2025 wordt meer bekend over de uitwerking van die ideeën. Wil je op de hoogte blijven? Meld je aan voor onze nieuwsbrief. We houden je wekelijks up-to-date over ondernemersnieuws.

Wil je specifiek meer weten over werken met flexibel personeel? Onze kennispartner Maqqie heeft een hoop informatie beschikbaar. Voor klanten van Maqqie worden alle wijzigingen automatisch doorgevoerd om te voldoen aan de laatste wet- en regelgeving.

Wat vind je van dit artikel?

Claartje Vogel

Auteur

Claartje Vogel

Schrijft al meer dan 10 jaar over economie, financiën en ondernemen, onder andere voor MKB Servicedesk. Zoekt graag ingewikkelde zaken uit en houdt van verhalen vertellen. Reist ondertussen de wereld rond.