Controle identiteit bij buitenlands personeel
Identiteitscontrole volgens de Wet op identificatieplicht
Als je buitenlandse medewerkers in dienst neemt, is het belangrijk de identiteit te controleren. Als medewerkers niet over een geldig identiteitsbewijs beschikken, mogen ze niet voor je werken.
ID-bewijs
Neem je een (buitenlandse) werknemer in dienst, dan moet je een kopie maken van zijn of haar identiteitsbewijs. Dit moet een origineel identiteitsbewijs zijn, verblijfsdocumenten voor bepaalde en onbepaalde tijd vallen hier ook onder. Een rijbewijs of een formulier met het sofinummer is geen geldig bewijs. De geldige identiteitsbewijzen volgens de Wet op Identificatieplicht zijn:
Een geldig Nederlands paspoort of Nederlandse Identiteitskaart (NIK)
Een geldig paspoort of geldige Europese identiteitskaart van één van de EER-landen
Een geldig paspoort van een land van buiten de EER dat voorzien is van een geldige sticker voor verblijfsaantekeningen
Geldige verblijfsdocumenten voor vreemdelingen, namelijk:
document I (verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, regulier)
document II (verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, regulier)
document III (verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, asiel)
document IV (verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, asiel)
EU/EER-document (verblijfsdocument voor vreemdelingen uit de EER en hun gezinsleden)
W-document (document voor asielzoekers)
Zonder ID-bewijs
Als de persoon geen geldig identiteitsbewijs heeft, mag hij of zij niet voor je werken. Als werkgever ben je overigens verplicht een kopie van hun identiteitsbewijs in je administratie op te nemen van alle werknemers die bij je in dienst zijn, ook van Nederlandse afkomst. Je dient deze kopie tot vijf jaar na beëindiging van de werkzaamheden te bewaren. Dit geldt ook voor personen die voor jou werken via een uitzendbureau, loonbedrijf of onderaannemer. Net zoals alle andere werknemers van je bedrijf moeten ook de mensen van buiten Nederland altijd hun paspoort bij zich hebben op hun werk. Het kan zijn dat de arbeidsinspectie een controle uitvoert bij je op de werkvloer. Meer hierover lees je in het artikel over identificatieplicht. Echt of niet?Het is belangrijk om te controleren of het identiteitsbewijs wel echt is. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft daarvoor de volgende aandachtspunten:
Komt de pasfoto op het identiteitsbewijs overeen met de persoon die het document toont?
Komen de uiterlijke kenmerken, zoals lengte en kleur ogen overeen met de vermeldingen op het identiteitsbewijs?
Komt de leeftijd van de persoon overeen met de op het identiteitsdocument vermelde geboortedatum?
Komt de handtekening van de persoon overeen met de handtekening in of op het identiteitsbewijs? (Laat, ter controle, de persoon ook duidelijk voor u zichtbaar zelf zijn handtekening zetten)
Komt de handtekening, als deze leesbaar is, overeen met de naam op het identiteitsbewijs?
Is de geldigheidsdatum niet verstreken?
Staan er typefouten op het identiteitsbewijs?
Bevat het identiteitsbewijs de juiste echtheidskenmerken?
Even checken
Stel dus op basis van het identiteitsdocument de nationaliteit vast van de persoon die je wilt laten werken en controleer of hij of zij in Nederland mag werken. Op de sticker voor verblijfsaantekeningen en op de achterkant van elk van de bovengenoemde vreemdelingendocumenten wordt altijd duidelijk aangegeven of de persoon wel mag werken, niet mag werken of dat je voor deze persoon een tewerkstellingsvergunning moet hebben. Deze is af te halen bij het CWI. Laat dus uitsluitend iemand voor je werken op voorwaarde dat hij of zij een origineel en geldig identiteitsdocument heeft getoond en waaraan je duidelijk hebt kunnen zien dat hij in Nederland mag werken. Het is van belang om je aan deze regel te houden, want:
Voor bedrijven bedraagt de boete per illegaal te werk gestelde vreemdeling achtduizend euro
Voor particulieren is de boete vierduizend
euro per illegaal te werk gestelde vreemdeling.
Voor wie binnen 2 jaar opnieuw wordt betrapt op illegale tewerkstelling, wordt de boete verhoogd met 50 procent.