Wat is de AOW-leeftijd in 2024?

Wanneer mag ik met pensioen?

Wat is de pensioenleeftijd in 2020

De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een basispensioen van de overheid voor mensen die de AOW-leeftijd van 67 jaar hebben bereikt. Iedere burger, dus ook elke ondernemer, heeft recht op AOW. Maar kan je dan ook echt met pensioen? Of misschien al eerder? Dat hangt van het aanvullend pensioen dat je zelf opbouwt.

Wat is mijn AOW-leeftijd?

Sinds 2024 is de AOW-leeftijd 67 jaar. Vroeger ging je op je 65e met pensioen, maar die tijd is voorbij. Want mensen worden steeds ouder en moeten dus ook langer van hun pensioen kunnen genieten. Die leeftijdsgrens van 65 was niet meer haalbaar. Daarom is de AOW-leeftijd tegenwoordig gekoppeld aan de levensverwachting. Dat betekent dat de ingangsdatum van de AOW-leeftijd de afgelopen jaren al in stapjes omhoog is gegaan.

De huidige AOW-leeftijd van 67 jaar zal vanaf 2028 weer omhooggaan (zie tabel).

JaarAOW-leeftijdVoor personen geboren
202467 jaarna 28 februari 1957 en voor 1 januari 1958
202567 jaarNa 31 december 1957 en voor 1 januari 1959
202667 jaarNa 31 december 1958 en voor 1 januari 1960
202767 jaarNa 31 december 1959 en voor 1 januari 1961
202867 jaar en 3 maandenNa 31 december 1960 en voor 1 oktober 1961
202967 jaar en 3 maandenNa 30 september 1961 en voor 1 oktober 1962

Bron: Rijksoverheid

Jouw AOW-leeftijd is afhankelijk van je geboortedatum. Met deze tool van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) kun je direct jouw (geschatte) AOW-leeftijd berekenen.

Verschil AOW-leeftijd en pensioenleeftijd

AOW-leeftijd en pensioenleeftijd zijn twee verschillende dingen. De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop je je basispensioen van de overheid krijgt. De pensioenleeftijd is de leeftijd waarop je het pensioen uitgekeerd krijgt dat je hebt opgebouwd via je werkgever of bijvoorbeeld via een pensioenfonds. Deze pensioenleeftijd is op dit moment 68 jaar. Natuurlijk kun je ervoor kiezen om dit pensioen eerder uitgekeerd te krijgen, maar dan zal het bedrag lager uitvallen.

De AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd zijn dus niet gelijk. Het kan zijn dat je eerder een AOW-uitkering krijgt dan je (werknemers)pensioen.

Hoe hoog is mijn AOW-uitkering?

De hoogte van de AOW-uitkering is afhankelijk van het feit of je samenwoont (50% van het minimumloon) of alleen (70% van het minimumloon). Alleenstaanden ontvangen op dit moment (1 juli 2024) € 1.569,75 bruto per maand. Ben je getrouwd of woon je samen? Dan ontvangen jullie per persoon € 1.067,47 bruto per maand.

AOW en aanvullend pensioen

Dat is dus geen vetpot. Die AOW-uitkering is voor de meeste mensen dan ook onvoldoende om van rond te komen. Je moet de AOW dan ook zien als een wettelijk basispensioen (eerste pijler). Daarnaast zul je aanvullend pensioen nodig hebben. Dat kan het pensioen zijn dat je opbouwt als je in loondienst bent (geweest) bij een werkgever (tweede pijler).

Dan is er nog de derde pijler: individuele pensioenvoorzieningen. Dit zijn de zogenoemde ‘lijfrentes’. Voor mensen die geen pensioen opbouwen bij een werkgever, zoals zzp’ers en dga’s, is dit een veelgebruikte manier om zelf (fiscaal aantrekkelijk) pensioen op te bouwen. Er is ook nog een vierde pijler. Dat is al het vermogen dat je op andere manieren opbouwt. Denk hierbij aan een ‘gewone’ spaar- of beleggingsrekening.

Tip: Lees meer over het verschil tussen pensioen in de tweede en derde pijler.

Wanneer mag ik met pensioen?

De AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd liggen vast, maar wanneer jij met pensioen gaat, bepaal je natuurlijk zelf. Je kunt doorwerken, maar ook vóór de ingangsdatum van de AOW-leeftijd stoppen met werken. De mogelijkheden zijn natuurlijk wel afhankelijk van wat je aanvullend hebt opgebouwd. Als je stopt met werken, maar nog geen recht hebt op AOW, kan het opgebouwde pensioen (derde en vierde pijler) wel eens te weinig zijn.

Begin op tijd met aanvullend pensioen opbouwen

Heb je een pensioentekort of wil je sparen om eerder te kunnen stoppen met werken, bijvoorbeeld via een zzp pensioen? Dan heb je daar kapitaal voor nodig. Er zijn verschillende manieren voor het opbouwen van een pensioenkapitaal voordat je jouw pensioenleeftijd bereikt. Daar moet je ruim de tijd voor nemen. Het kost je namelijk jaren om genoeg aanvulling op te bouwen. Dat wordt onder andere veroorzaakt door de fiscale beperkingen. Je mag bijvoorbeeld niet onbeperkt bedragen storten voor het opbouwen van een lijfrentekapitaal. In een paar jaar kun je dan geen serieuze aanvulling op je pensioen opbouwen.

Aan de andere kant, er zijn wel fiscale regelingen die het aantrekkelijk maken om te werken aan pensioenopbouw, zoals de jaarruimte. Je doet er dus verstandig aan je hierin te verdiepen en op tijd je eigen pensioenplan te maken.

Lees ook: Een nieuw pensioenstelsel, wat verandert er?

Wat vind je van dit artikel?

Arthur Lubbers

Auteur

Arthur Lubbers

Arthur is redacteur en journalist met als specialisatie (bedrijfs)economie en arbeidsmarkt. Hij schrijft over alle mogelijke onderwerpen om werkgevers en ondernemers te informeren en te inspireren.