Hoe gebruik ik mijn jaarruimte als ondernemer?
Zet je geld fiscaal vriendelijk opzij voor je pensioen
Als ondernemer moet je er zelf voor zorgen dat je op je oude dag een appeltje voor de dorst hebt. Toch blijken veel ondernemers in de praktijk geen regelingen te treffen voor hun pensioen. Dat is zonde, want er zijn slimme manieren om op een belastingtechnisch aantrekkelijke manier je pensioen te regelen: door gebruik te maken van je fiscale jaarruimte. In dit artikel bespreken we wat dat precies is en hoe je ook gebruik kunt maken van mogelijk gemiste pensioenopbouw uit eerdere jaren: je reserveringsruimte.
De drie pijlers van het pensioenstelsel
Voordat we in de jaarruimte duiken, is het belangrijk om stil te staan bij hoe pensioen in Nederland werkt. Men spreekt wel van ‘de drie pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel’. En er is ook nog een vierde pijler.
De eerste pijler is de AOW. Als je in Nederland woont of werkt, heb je recht op AOW. Dit is een vast bedrag dat maandelijks wordt uitgekeerd, maar de hoogte is afhankelijk van of je samenwoont (50% van het minimumloon) of alleen (70% van het minimumloon). Dat is dus geen vetpot. Heb je een aantal jaren in het buitenland gewoond? Dan is je AOW nog lager. Wanneer je recht hebt op AOW, hangt af van je geboortedatum. Op de website van de SVB kun je zien wat jouw (geschatte) AOW-leeftijd is.
De tweede pijler is het pensioen dat je opbouwt als je in loondienst bent bij een werkgever. Ongeveer 70% van de werkgevers in Nederland biedt een pensioenregeling. Per werkgever verschilt het hoe goed die regeling is. Niet alle werkgevers zijn verplicht om een pensioenregeling aan te bieden.
De derde pijler bestaat uit individuele pensioenvoorzieningen. Dit zijn de zogenoemde ‘lijfrentes’. Er zijn verschillende soorten lijfrentes: je kunt sparen, beleggen of verzekeren. Hierbij kun je fiscaal voordeel krijgen. De derde pijler wordt ook wel eens ‘box 1’-pensioen genoemd. Alles dat met inkomen te maken heeft, moet je opgeven in box 1 bij de Belastingdienst. De overheid ziet pensioen in de derde pijler als ‘inkomen voor later’. Je pensioenopbouw mag je aftrekken in die ‘box 1’. Het vermogen is dan wel geblokkeerd tijdens het opbouwen. Voor mensen die geen pensioen opbouwen bij een werkgever, zoals zzp’ers en dga’s, is dit een veelgebruikte manier om zelf pensioen op te bouwen.
Er is eigenlijk ook nog een vierde pijler. Dat is al het vermogen dat je op andere manieren opbouwt, zónder fiscaal voordeel. Fiscaal gezien valt dit vermogen in box 3. Denk hierbij aan een ‘gewone’ spaar- of beleggingsrekening. Er zit geen blokkade op: je bent vrij in hoeveel je opbouwt en op welk moment je het kapitaal opneemt.
Verplichte pensioenregeling voor ondernemers: beroepspensioenfonds
Voor 9 beroepsgroepen (met name in de zorgsector) waar (bijna) alleen maar zelfstandigen in werkzaam zijn, is het pensioen van zelfstandig ondernemers wél collectief (en verplicht) geregeld in een beroepspensioenfonds. Bij De Nederlandsche Bank kun je zien welke beroepspensioenfondsen er zijn. Daarnaast zijn bijvoorbeeld zelfstandige schilders verplicht aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de schilders.
Maar voor veruit de meeste ondernemers, zzp’ers en dga’s geldt dat ze zelf voor hun pensioen moeten zorgen.
Wat is de jaarruimte voor pensioen?
De jaarruimte is de fiscale ruimte die je hebt om zelf geld opzij te zetten voor je pensioen in de derde pijler. Het bedrag dat je inlegt (of stort) in een lijfrentevoorziening, trek je af voor je inkomstenbelasting in box 1. De overheid ziet het namelijk als ‘inkomen voor later’. Zodra je van het opgebouwde kapitaal een lijfrente-uitkering aankoopt, betaal je pas weer inkomstenbelasting. In hoeverre je kunt profiteren van dit belastingvoordeel, hangt wel af van je persoonlijke situatie. En belastingregels kunnen in de toekomst weer veranderen. Het kan daarom verstandig zijn om een (belasting)adviseur in te schakelen als je besluit om pensioen op te bouwen via deze derde pijler.
Vormen van lijfrente
Er zijn dus verschillende manieren om zelf pensioen op te bouwen in de derde pijler. Je kunt (bank)sparen, beleggen of verzekeren. In alle gevallen is je geld geblokkeerd totdat je met pensioen wilt. Je koopt dan een lijfrente-uitkering aan met je opgebouwde lijfrentekapitaal. Dit hoeft overigens niet per sé op hetzelfde moment te zijn als het moment dat je recht hebt op AOW. Het mag ook eerder of later, tot maximaal 5 jaar na je AOW-leeftijd.
Lijfrentebeleggen
Geld opzijzetten voor je pensioen doe je voor de heel lange termijn. Daarom kun je overwegen om (ook) te gaan beleggen voor je pensioen. Met beleggen loop je een risico dat de waarde van je beleggingen daalt. Maar beleggen levert op de lange termijn meestal meer rendement op dan sparen. Zo kun je ervoor kiezen om zelf te beleggen, zoals bij Persoonlijk Pensioen van a.s.r. Dit is een lijfrentebeleggingsrekening waarmee je eenvoudig zelf belegt voor je pensioen. Je hebt keuze uit 3 fondsen. De rekening is geblokkeerd tot je (zelfgekozen) pensioendatum. En je inleg is aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Je moet wel zelf letten op je maximale jaarruimte.
Niet alleen voor ondernemers
Iedere Nederlander heeft een bepaalde jaarruimte. Alleen als je pensioen via je werkgever opbouwt (de tweede pijler) dan gaat vaak het grootste deel van die jaarruimte al naar dat pensioen. Toch kan het ook voor werknemers slim zijn om te kijken naar aanvullende pensioenopbouw en de jaarruimte die zij nog ‘over’ hebben. Zeker als hun werkgever geen of een sobere pensioenregeling biedt. Of als een werknemer in het verleden te weinig pensioen heeft opgebouwd. Want je mag je niet-benutte jaarruimte tot tien jaar terug gebruiken. Dat heet je ‘reserveringsruimte’.
Jaarruimte berekenen voor je pensioen
Voor mensen in loondienst slokt het pensioen via hun werkgever dus meestal al een deel van de jaarruimte op. Maar je mag de jaarruimte volledig benutten om je pensioen verder aan te vullen in de derde pijler. Met de jaarruimte-berekening bereken je het bedrag dat je mag gebruiken voor pensioenopbouw.
Jaarruimte 2024 berekenen
Wil je je jaarruimte berekenen als ondernemer? Hoeveel jaarruimte je hebt in een bepaald jaar, bereken je altijd met het inkomen van het voorgaande jaar. De jaarruimte voor 2023 berekenen doe je op basis van je bruto-inkomen van 2022. En de jaarruimte voor 2024 bereken je met je inkomen van 2023, enzovoort.
Hoe kun je jouw jaarruimte 2024 berekenen? Je berekent eerst je premiegrondslag. Je premiegrondslag is je brutosalaris van afgelopen jaar minus de AOW-franchise van € 17.545 (2024). Omdat de meeste mensen in Nederland recht hebben op AOW, mag je een deel van je inkomen niet gebruiken voor pensioenopbouw. Dit noemen we de AOW-franchise. Je mag 30% van je premiegrondslag gebruiken als jaarruimte.
Voorbeeld: jaarruimte 2024 berekenen
Laten we een voorbeeld nemen. Stel, je bruto-inkomen van 2023 is € 70.000. Dan kun je je jaarruimte 2024 als volgt berekenen:
(€ 70.000 - € 17.545) x 0,3 = € 15.736,50
Je mag in 2024 dus maximaal € 15.736,50 fiscaal voordelig opzijzetten voor je pensioen in een lijfrente. Dit bedrag is aftrekbaar voor je inkomstenbelasting (box 1).
Moet ik ook een factor A berekenen als ondernemer?
De factor A gaat over de pensioenaangroei van mensen in loondienst. Deze factor geeft de stijging van je pensioen in een bepaald jaar aan. Als je ondernemer bent en in een bepaald jaar geen pensioen hebt opgebouwd via een werkgever, is deze factor nul.
Ben je in loondienst bij een werkgever met een pensioenregeling én ben je ondernemer? Of heb je in het verleden pensioen via je werkgever opgebouwd? Dan geldt de factor A dus ook voor jou. Je kunt deze factor terugvinden op het jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht (UPO) van het pensioenfonds waar je pensioen hebt opgebouwd.
Wat is reserveringsruimte?
Als je je jaarruimte niet helemaal benut, blijft dat bedrag als het ware staan voor de jaren erna. Je mag dat bedrag optellen bij je huidige jaarruimte. De som van ongebruikte jaarruimtes is de reserveringsruimte, ook wel bekend als inhaalruimte. Je mag ongebruikte jaarruimte tot tien jaar geleden gebruiken als reserveringsruimte. Goed om te weten, de totale maximale reserveringsruimte die je in een jaar mag opgeven is € 41.608 (2024).
Rekenvoorbeeld: reserveringsruimte berekenen
Stel je hebt in 2022 een jaarruimte van € 3.570 en je stort € 3.000 op je lijfrentebeleggingsrekening. Dat betekent dat je in dat jaar € 570 van je jaarruimte niet gebruikt. Dat bedrag mag je meenemen naar een volgend jaar. Stel dat je in 2023 € 700 niet gebruikt hebt van je jaarruimte, dan mag je ook dat bedrag reserveren. In 2024 zou je dan een reserveringsruimte hebben van € 1.270, die je kunt optellen bij je jaarruimte.
Kortom: het is om meerdere redenen (fiscaal) aantrekkelijk om je te verdiepen in de mogelijkheden van de jaarruimte en reserveringsruimte. Goed voor nu en vooral voor later!
Beleggen brengt risico’s en kosten met zich mee. Je kunt je inleg (of een deel ervan) verliezen. De beleggingsonderneming a.s.r. Vooruit is onderdeel van a.s.r.
Veelgestelde vragen
Wat is (fiscale) jaarruimte?
De jaarruimte is het bedrag dat je jaarlijks met gunstige fiscale voorwaarden mag gebruiken om te investeren in je pensioen. Let op, dit geldt alleen voor pensioen dat je opbouwt via de tweede of derde pijler. Wanneer je het geld op een gewone spaarrekening zet (in plaats van een geblokkeerde rekening), krijg je geen fiscale voordelen.
Wat is reserveringsruimte?
Het deel van de jaarruimte dat je niet benut, heet de reserverings- of inhaalruimte. Je mag tot tien jaar terug alsnog de reserveringsruimte benutten.
Wat is premiegrondslag en waarom is die nodig voor de jaarruimte?
De premiegrondslag heb je nodig om je jaarruimte te berekenen. Het is het deel van je inkomen waarover je pensioen mag opbouwen. Je kunt de premiegrondslag berekenen door je bruto jaarinkomen (van 1 jaar vóór het huidige jaar) te verminderen met de AOW-franchise (in 2024 is de AOW franchise € 17.545).