Verlof bij overlijden: waar hebben medewerkers recht op?
Hoe zit het met verwantschap?
Verlof bij overlijden wil je mogelijk maken voor je medewerkers, zodat ze afscheid kunnen nemen van de overledene. Maar wat zijn de regels, welke kaders zijn er vanuit de wet en hoe zit het met die graad van verwantschap? Wat is eerstegraads, tweedegraads en derdegraads familie?
Wat is verlof bij overlijden?
Verlof bij overlijden valt onder buitengewoon of bijzonder verlof. Dit is het verlof voor familieomstandigheden of bijzondere gebeurtenissen, en is niet wettelijk vastgelegd.
Afspraken hierover staan vaak in cao’s, arbeidsovereenkomsten of bedrijfsreglementen, samen met de eventuele voorwaarden voor het verlof, hoeveel vrije dagen iemand krijgt en of je dit verlof als werkgever wel of niet moet doorbetalen.
Verlof bij overlijden en calamiteitenverlof
Als een direct familielid van een van je medewerkers overlijdt, dan heeft hij recht op calamiteitenverlof. Met dit verlof kan iemand direct dingen gaan regelen.
Calamiteitenverlof is bedoeld voor dringende, onverwachte en bijzondere persoonlijke situaties. Dit kan voor een paar uur opgenomen worden, maar ook voor een paar dagen. Tijdens calamiteitenverlof betaal je als werkgever het salaris door. Calamiteitenverlof kan overgaan in bijzonder verlof.
Hoeveel dagen verlof bij overlijden?
Hoeveel verlof iemand krijgt bij het overlijden van een dierbare is vastgelegd in de cao. Heb je niet te maken met een cao, dan kun je zelf bepalen hoeveel verlof je medewerkers krijgen. Je legt deze regels vast in de arbeidsovereenkomst of in een personeelshandboek.
Over het algemeen wordt er in het verlof bij overlijden onderscheid gemaakt tussen eerste-, tweede-, derde- en vierdegraads familie. Hoe dichterbij de overledene staat, hoe meer verlof iemand in de regel krijgt. Ook bij het overlijden van een huisgenoot kan een werknemer bijzonder verlof opnemen.
Aantal dagen verlof bij overlijden
Het verlof bij overlijden in de eerste graad is in de meeste gevallen 4 dagen. Dit wordt vaak gerekend vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie.
Het verlof bij overlijden in de tweede graad is in de meeste gevallen 2 dagen. De dag van het overlijden en een dag voor de begrafenis of crematie.
Het verlof bij overlijden in de derde graad is in de meeste gevallen 1 dag, de dag van de begrafenis of crematie.
Het verlof bij overlijden in de vierde graad is meestal 1 dag.
Verwantschap | Voorbeeld familielid | Verlof bij overlijden* |
---|---|---|
Eerstegraads familieleden | Partner, ouder, kind | 4 dagen |
Tweedegraads familieleden | Broer, oma, kleinkind, zwager | 2 dagen |
Derdegraads familieleden | Tante, neef (kind van zus), overgrootouder | 1 dag |
Vierdegraads familieleden | Oom van ouder, neef (kind van broer van ouder), achternicht (kleinkind van broer) | 1 dag |
* dit is de meest voorkomende situatie, maar hier kan van worden afgeweken
Wat is verwantschap in eerste, tweede, derde en vierde graad?
Hoeveel verlof een medewerker krijgt bij het overlijden van een dierbare, hangt af van de graad van verwantschap. Hierbij gaat het over bloedverwantschap en aanverwantschap.
Bloedverwantschap: de relatie tussen twee mensen, waarbij de een afstamt van de ander. Denk aan moeder en zoon. Dit heet een ‘rechte lijn’ in verwantschap.
Aanverwantschap: dit is de relatie tussen twee mensen die dezelfde voorouder delen, bijvoorbeeld twee broers. Dit heet een ‘zijlijn’ in verwantschap. Aanverwantschap krijgt iemand ook door huwelijk of geregistreerd partnerschap. Ook wanneer dit ontbonden wordt, bijvoorbeeld door een scheiding, blijft de ex-schoonfamilie aanverwant.
Eerstegraads verwantschap
Dit zijn partners, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen, schoondochters en -zonen.
Tweedegraads verwantschap
Tweedegraads familieleden zijn broers en zussen, opa’s en oma’s, kleinkinderen, schoonzussen, zwagers, stiefbroers en stiefzussen.
Derdegraads verwantschap
Derdegraads familieleden zijn niet rechtstreeks aan de persoon verbonden. Derdegraads familieleden zijn oom en tantes (de broers en zussen van de ouders), neven en nichten (kinderen van eigen broers of zussen), overgrootouders en achterkleinkinderen. Dit geldt zowel voor eigen familie als voor familie van de partner.
Vierdegraads verwantschap
Vierdegraads familieleden zijn oudooms en oudtantes (de ooms en tantes van ouders), neven en nichten (kinderen van de broers/zussen van ouders), achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen) en betovergrootouders. Het is ook vierdegraads als het bij deze familieleden om die van de partner gaat.
Vrij voor de begrafenis of crematie van niet-verwante personen
Tot en met vierdegraads familie krijgen medewerkers dus vaak in ieder geval 1 dag vrij om naar de begrafenis of de crematie te gaan. Maar over mensen die geen familie zijn is vaak niks opgenomen in een cao, arbeidsovereenkomst of bedrijfsreglement.
Dus als een beste vriend of de buurvrouw die dichterbij staat dan familie overlijdt, dan hoef je daar als werkgever geen vrij voor te geven. Maar dat betekent niet dat je het niet mag doen.
Bekijk de situatie en hoe je in deze moeilijke tijd je medewerkers kunt helpen. Ook als er geen sprake is van bloed- of aanverwantschap.