Whitepaper: Eerste hulp bij bedrijfsovername

Beperk of voorkom belastingheffing
Heb je een eenmanszaak of vennootschap onder firma en wil je het bedrijf verkopen? Dan zul je met de fiscus moeten afrekenen. Gelukkig zijn er verschillende manieren om belastingheffing te beperken of te voorkomen.
Als je een onderneming verkoopt, dan moet je in Nederland inkomstenbelasting betalen over de stakingswinst. Stakingswinst is het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde op het moment van de overdracht. Hoe hoog deze vorm van winst is, wordt bepaald met een bedrijfswaardering.
Verkoop je bijvoorbeeld de inventaris voor € 50.000 en heeft deze nog een boekwaarde van € 20.000, dan heb je een boekwinst van € 30.000. Over dat bedrag moet je belasting betalen. Ontvang je ook nog goodwill, dan zul je hierover ook belasting moeten betalen.
Hoeveel inkomstenbelasting je over de verkoop van je onderneming moet betalen, hangt af van de rechtsvorm van je bedrijf. Naast inkomensbelasting kun je ook te maken krijgen met overdrachtsbelasting. Dit is een belasting die je moet betalen over de waarde van onroerende zaken die bij je bij de verkoop van je onderneming overdraagt. Dit is 10,4% voor bedrijfsruimten en woningen die je niet zelf gebruikt.
Er zijn een aantal manieren om belastingheffing te voorkomen of uit te stellen. De meest voorkomende mogelijkheden:
Je verkoopt de onderneming aan een medewerker die al langer dan drie jaar in de onderneming werkzaam is. Dit kan zonder fiscale heffing, omdat de belastingheffing dan wordt verschoven naar de medewerker. De medewerken zal daarom vragen om een lagere koopprijs, maar het voordeel is dat er dan niets naar de fiscus gaat. Deze regeling is ook van toepassing bij verkoop aan medevennoten.
De stakingswinst wordt belast in box 2 bij een BV. Voor andere soorten bedrijven is dat box 1. De belastingtarieven in box 1 en box 2 zijn progressief, wat betekent dat het belastingpercentage hoger wordt naarmate het inkomen hoger wordt.
Breng je bedrijf in in een BV. Je verkoopt de eenmanszaak ‘geruisloos’ aan de bv. Dit betekent dat je geen belasting hoeft te betaling over de waarde van de onderneming die je inbrengt in de BV. Na ongeveer drie jaar verkoop je de BV. Je hebt dan twee mogelijkheden: verkoop aan een familielid of verkoop aan een derde.
Dat kan dan onbelast (als er sprake is van een holding) of je bent de Belastingdienst een belasting verschuldigd van 25% (‘aanmerkelijk belang’) van de winst op de aandelen. Eventueel kun je de onderneming ook ruisend inbrengen in de BV waarbij er voor de stakingswinst bij de eigen BV een stakingslijfrente wordt bedongen.
Is een van de kinderen geïnteresseerd in een overname van de onderneming, dan kun je gebruik maken van de schenkingsfaciliteit bij bedrijfsopvolging (BOR). Deze fiscale regeling biedt bij schenking of vererving van een onderneming een vrijstelling van erf- en schenkbelasting, zodat de continuïteit van het bedrijf gewaarborgd blijft.
Per 2025 geldt een vaste vrijstelling van € 1.500.000 op de waarde van de onderneming. Over dit bedrag hoeft geen belasting te worden betaald. Voor het deel van de ondernemingswaarde boven deze vrijstelling zijn de normale schenk- of erfbelastingtarieven van toepassing.
Let op: de regeling is aan voorwaarden gebonden. Zo moet het kind de onderneming minimaal vijf jaar voortzetten om definitief gebruik te kunnen maken van de vrijstelling.
Verkoop de eenmanszaak en koop van deze opbrengst een stakingslijfrente bij een verzekeraar of ‘spaar’ het bij een bank (‘banksparen’). De boekwinst op de verkoop van de eenmanszaak is belast en de stakingslijfrente (of banksparen) is fiscaal aftrekbaar.
Voordeel van deze structuur is belastinguitstel en een tarief-voordeel. Je hoeft pas belasting te betalen over de boekwinst als je de stakingslijfrente. Ook is de belastingdruk op uitkeringen van stakingslijfrente lager dan de belastingdruk op boekwinst.
Zolang je ondernemer blijft, hoef je nog niet af te rekenen. Je kunt een samenwerking zoeken met een opvolger of je kunt een commanditaire vennootschap opzetten. De samenwerking kun je op zo’n manier vormgeven dat je de afrekening kunt uitstellen en op die manier de risico’s beperkt.