Wet VBAR nog dit jaar naar Tweede Kamer
Dit gebeurt ondanks kritiek van de Raad van State
De Wet Versterking Bescherming Arbeidsmarktplatforms (VBAR) wordt nog dit jaar ingediend bij de Tweede Kamer. Deze langverwachte wet moet platformwerkers, zoals maaltijdbezorgers en chauffeurs van ridesharing-apps, beter beschermen en meer duidelijkheid scheppen over hun arbeidsrelaties.
VBAR moet zorgen voor eerlijke arbeidsmarkt
Het wetsvoorstel wordt gezien als een belangrijke stap richting een eerlijkere arbeidsmarkt in een tijd waarin digitale platformen steeds dominanter worden. ‘We gaan door met wat we in het Hoofdlijnenakkoord hebben afgesproken. Dit kabinet zet dus de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) voort’, zei verantwoordelijk minister Ed van Hijum afgelopen week.
Wat houdt de Wet VBAR in?
De Wet VBAR richt zich op een betere rechtspositie voor platformwerkers. Veel werkenden in de platformeconomie worden momenteel aangemerkt als zelfstandigen, wat hen vaak de basiszekerheden ontneemt die werknemers wel hebben, zoals recht op minimumloon, ziekteverlof en pensioen. De VBAR wil hierin verandering brengen door platformen verantwoordelijk te maken voor de juiste classificatie van hun werkers. Concreet betekent dit dat platformbedrijven moeten bewijzen dat hun werkers echt zelfstandigen zijn en niet eigenlijk werknemers.
De wet sluit aan bij de bredere Europese agenda. Eerder dit jaar stelde het Europees Parlement striktere regels voor platformwerk voor, waarbij de rechten van werkers centraal staan. De Nederlandse aanpak met de Wet VBAR sluit hierbij aan en wil bovendien duidelijkheid bieden in een juridische grijze zone.
Planning en discussie over VBAR
Volgens minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de wet bijna klaar voor behandeling in de Tweede Kamer. Ze benadrukt dat de wet zowel flexibiliteit voor platformen als zekerheid voor werkenden moet bieden. Hoewel platformbedrijven belangrijk zijn voor innovatie en de economie, mag dat volgens de minister niet ten koste gaan van een eerlijke arbeidsmarkt.
De discussie over de wet loopt inmiddels hoog op. Platformbedrijven vrezen dat de regels hen duurder en minder flexibel maken. Vakbonden en belangenorganisaties zijn juist blij met meer bescherming voor werkers. Wat duidelijk is: als de wet in 2024 wordt aangenomen, verandert er veel voor de platformeconomie.
Een veranderende arbeidsmarkt: agenda e-commerce
De e-commercebranche staat midden in deze discussie. De sector draait op flexibiliteit, met duizenden werkers in logistiek en bezorging die vaak onder een platformstructuur vallen. Grote spelers zoals Bol.com en Coolblue hebben niet alleen te maken met de groeiende vraag naar snelle levering, maar ook met maatschappelijke druk om hun werkers meer zekerheid te bieden.
Daarom bood de sector deze week de zogenoemde arbeidsmarktagenda van de e-commercewereld aan minister Van Hijum aan. De agenda draait om het vinden van balans. Bedrijven willen flexibel blijven, maar er groeit een besef dat werkenden niet de dupe mogen worden van de kosten van die flexibiliteit. Met de Wet VBAR wordt die balans straks voor een deel wettelijk bepaald.
Wet VBAR en Wet DBA
Naast de Wet VBAR is er de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Ook over deze wet is er veel te doen geweest de afgelopen tijd. De Wet DBA gaat over de inhuur van zzp’ers en vanaf 2025 wordt daar strenger op gecontroleerd. Lees meer over de Wet DBA.