Wet VBAR: Wat is het en wat gaat er veranderen?
Nieuwe regels voor arbeidsverhouding zzp’er en opdrachtgever

De Wet VBAR (Vereenvoudiging en Beheersing Arbeidsrelaties) wordt naar verwachting in 2026 ingevoerd. Deze wet is bedoeld om de regels rondom arbeidsrelaties tussen zelfstandigen en opdrachtgevers te verduidelijken en schijnzelfstandigheid tegen te gaan. In dit artikel lees je welke criteria van belang zijn en welke impact de nieuwe regelgeving heeft als je zzp’ers inhuurt of juist zelf als zzp’er actief bent.
Wat is de Wet VBAR?
De Wet VBAR is een nieuwe wet die wordt geïntroduceerd om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en de grenzen tussen zelfstandigen en werknemers te verduidelijken. Schijnzelfstandigheid is een constructie waarbij zelfstandigen eigenlijk onder de voorwaarden van een dienstverband werken. Een soort verkapt dienstverband dus.
Meer over schijnzelfstandigheid lees je in dit artikel: “Schijnzelfstandigheid bij zzp’ers: wat is het en hoe voorkom je het?”
Kabinet wil verder met wetsvoorstel
De bedoeling is om met de Wet VBAR onzekerheden weg te nemen en duidelijke criteria te scheppen. Zo kun je als opdrachtgever zonder risico’s zzp'ers (blijven) inhuren. Ook het huidige kabinet schaart zich achter de nieuwe wet. In het Hoofdlijnenakkoord staat:
”We streven naar meer contracten voor werknemers. Daartoe wordt de wetsbehandeling van de VBAR voortgezet.’
Meer werknemers in loondienst is namelijk ook gunstig voor de overheid. Die loopt bij schijnzelfstandigheid inkomsten mis. Opdrachtgevers dragen volgens de overheid onterecht geen loonheffingen en sociale premies af. Dit verklaart waarom het kabinet de wetsbehandeling van de VBAR voortzet, het is zowel gunstig voor:
Bescherming van werkenden
Belastinginkomsten van de overheid
Wat houdt de Wet VBAR precies in?
De Wet VBAR heeft als doel de regels rondom de inhuur van zzp'ers te verduidelijken en schijnzelfstandigheid tegen te gaan. De Wet VBAR bevat 2 belangrijke criteria:
Tariefgrenzen
Inbedding
Hoe werken de tariefgrenzen?
De Wet VBAR introduceert onder andere tariefgrenzen om te bepalen of iemand als zelfstandige of werknemer wordt beschouwd. Wanneer een zelfstandige een uurtarief lager dan € 32,24 hanteert, wordt deze volgens de nieuwe regels beschouwd als een werknemer. En een werknemer heeft recht op een arbeidsovereenkomst. Hierdoor krijgt de werknemer meer zekerheid, terwijl je als opdrachtgever sociale premies en loonheffingen afdraagt. Eventueel met terugwerkende kracht in de vorm van naheffingen.
Zzp’ers met lage uurtarieven staan juridisch sterker dankzij tariefgrenzen
De tariefgrens helpt opdrachtgevers en de Belastingdienst vast te stellen of er sprake is van een verkapt dienstverband. Dit minimumuurtarief biedt zelfstandigen ook de mogelijkheid om hun arbeidsrelatie juridisch aan te vechten wanneer zij feitelijk als werknemers worden behandeld. Oftewel, als een zzp’er lage tarieven rekent, kan deze makkelijker de status van werknemer opeisen en aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst. Dus, meer juridische bescherming en zekerheid op het gebied van de arbeidsrelatie.
Criterium ‘inbedding’
Wanneer de werkzaamheden die de zelfstandige uitvoert sterk verbonden zijn met de normale bedrijfsvoering van je organisatie, kan dit erop wijzen dat er sprake is van een verkapt dienstverband. Bijvoorbeeld, als de zzp'er werkt onder jouw directe aansturing of taken uitvoert die doorgaans door werknemers in loondienst worden gedaan, wordt dit beschouwd als ‘inbedding’. In dat geval wordt de zelfstandige niet als zzp'er gezien en ontstaat er mogelijk een arbeidsovereenkomst.
Waarom komt er een nieuwe wet?
De huidige Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) leidde tot veel onduidelijkheden en beperkte handhaving. Zowel opdrachtgevers als zelfstandigen hebben te maken met onzekerheid, wat ervoor zorgt dat bedrijven terughoudend zijn geworden met het inhuren van zelfstandigen. De Wet VBAR moet deze knelpunten oplossen door duidelijkere criteria te introduceren, zodat het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen scherper wordt.
Gevolgen van de Wet VBAR voor opdrachtgevers en zzp’ers
De Wet VBAR zal ingrijpende gevolgen hebben, of je nu de rol van opdrachtgever of opdrachtnemer bekleedt.
Allereerst zorgt de introductie van de tariefgrens ervoor dat zelfstandigen hun tarieven mogelijk zullen moeten aanpassen (lees: verhogen) om aan de zelfstandigheidscriteria te voldoen. Dit kan leiden tot hogere kosten wanneer je zzp'ers inhuurt. Ga je als opdrachtgever niet akkoord met een hoger uurtarief? Dan moet je verplicht een arbeidsovereenkomst overeenkomen. Hoewel dat meer bescherming biedt voor de zelfstandige (nu werknemer) kan dit wel tot inkomensverlies leiden. Vanuit het oogpunt van de zelfstandige betaal je in loondienst namelijk meer belasting en premies. Bovendien wil je als zelfstandige misschien wel helemaal niet in loondienst vanwege verlies van vrijheid, flexibiliteit of andere redenen.
Mogelijk naheffingen en boetes
Daarnaast brengt de wet meer risico’s met zich mee, vooral als de arbeidsrelatie verkeerd wordt ingeschat. De Belastingdienst zal streng controleren en handhaven, met mogelijke naheffingen en boetes bij foutieve classificatie van de werkrelatie.
Tip: huur je regelmatig zelfstandigen in? Leg dan gemaakte afspraken, voorwaarden en uit te voeren werkzaamheden goed vast in een modelovereenkomst.
Kritiek op het wetsvoorstel
Hoewel de Wet VBAR beoogt meer duidelijkheid te verschaffen, is er ook kritiek op het voorstel. In de Tweede Kamer wordt bijvoorbeeld gepleit om de wet in twee delen te splitsen. Het eerste deel, dat de tariefgrens van € 32,24 bevat, wordt door velen gesteund omdat het de arbeidspositie van werkenden onder deze grens beter beschermt.
Er is wel kritiek op het andere deel van de Wet VBAR: het inbeddingscriterium. Inbedding wordt als vaag en moeilijk uitvoerbaar gezien. Dit leidt tot onzekerheid bij bedrijven, vooral in sectoren waar flexibele inhuur van zelfstandigen essentieel is.
Wanneer treedt de wet in werking?
De Wet VBAR moet nog door de Eerste Kamer. De voorgestelde ingangsdatum van de wet was oorspronkelijk 1 juli 2025, maar dit is volgens het ministerie SZW niet haalbaar. Het streven is om de Wet VBAR per 1 januari 2026 in te laten gaan, met een overgangsperiode.
Verdiep je in de VBAR, beoordeel je modelovereenkomsten en voorkom boetes en naheffingen
De Wet VBAR is een grote verandering voor het mkb en zal de manier waarop je zelfstandigen inhuurt sterk beïnvloeden. Je doet er goed aan om nu al stappen te ondernemen, zoals het herzien van je zzp modelovereenkomsten en het evalueren van zzp-tarieven, zodat je straks niet voor verrassingen komt te staan. Het is erg belangrijk om de nieuwe regelgeving goed te begrijpen en tijdig maatregelen te treffen om boetes en naheffingen te voorkomen.