Uitrit- en aanlegvergunning
Je eigen terrein verbinden met een openbare weg.
De in/uitritvergunning heb je nodig als je je eigen terrein met de openbare weg wilt verbinden. Als je wilt verbouwen op je terrein en het gaat niet om een bouwwerk, heb je een aanlegvergunning nodig.
Uitritvergunning
Als je een verbinding wilt maken tussen particulier terrein en de openbare weg die geschikt is voor gemotoriseerd verkeer heb je een uitritvergunning nodig. In de aanvraag moet nut en noodzaak van de in/uitrit nader worden toegelicht. Ook moet er een situatietekening worden toegevoegd. Deze aanvraag moet in worden gediend bij de gemeente waar de uitrit gelegd zal worden. Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van:
De bruikbaarheid van de weg
Het veilig en doelmatig gebruik van de weg
De bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
De bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente
Nadat een schriftelijke aanvraag is ingediend, toetst de gemeente deze aan de regels in de Algemene Plaatselijke Verordening en/of het bestemmingsplan buitengebied. Op basis hiervan wordt besloten om in principe wel of geen in/uitritvergunning te verstrekken. Kosten en tijdsbestek verschilt per gemeente.
Aanlegvergunning
Voor het aanleggen van andere werken dan bouwwerken kan het nodig zijn om een aanlegvergunning aan te vragen. In de praktijk komt dit neer op acties in het buitengebied, zoals het ophogen van gronden, het dempen van sloten, gebruik bestrijdingsmiddelen, scheuren grasland en aanleggen van riolering. Echter ook als je parkeerplaatsen of een weg op eigen terrein wilt aanleggen, heb je een vergunning nodig. Een aanlegvergunning geeft bedrijven toestemming om dit te aanleggen in gebieden met landschappelijke of cultuurhistorische waarde, zoals dat heet. De overheid wil hiermee ongewenste ontwikkelingen tegengaan. Een aanlegvergunning moet wel altijd aan het bestemmingsplan van de omgeving voldoen. Daarom geldt voor een aanlegvergunning ook geen algemene publicatieplicht. Slechts in sommige gevallen kan het echter noodzakelijk zijn ten behoeve van deze werken/werkzaamheden om vrijstelling van het geldende bestemmingsplan te verzoeken. Per gemeente verschilt de procedure en de kosten bij het aanvragen van een aanlegvergunning. Hierbij geven we een voorbeeld zoals dat in de gemeente Utrecht gaat.
“Bij het indienen van de aanvraag om een aanlegvergunning moet de aanvrager gebruik maken van de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde formulieren. Deze aanvraag dient te worden vergezeld van een situatietekening en een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden. Het verdient aanbeveling alvorens de aanvraag in te dienen, in overleg te treden met de medewerkers van de sector Bouwvergunningen.”
De aanlegvergunning mag alleen worden geweigerd indien één van de volgende situaties aan de orde is:
Het werk of de werkzaamheid is in strijd met het bestemmingsplan of de eisen daaruit.
Voor het werk of de werkzaamheid is een vergunning volgens de Monumentenwet 1998 of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening vereist en deze is niet verleend.