Belastingdienst zet deurwaarder in om coronaschuld te innen
Geen kwijtschelding maar gedwongen eenmalige terugbetaling
In mei 2023 bleek dat ruim 60.000 ondernemers nog niet zijn begonnen aan het terugbetalen van hun coronaschuld. Nu is het geduld van de Belastingdienst op. Dat betekent dat de fiscus de deurwaarder gaat inzetten.
Betalingsregeling bijzonder uitstel ingetrokken
Ondernemers konden tijdens de coronacrisis bijzonder uitstel krijgen voor het betalen van hun belastingschuld. Degenen die gebruikmaakten van de betalingsregeling ‘bijzonder uitstel’ moesten voldoen aan de voorwaarden voor het aflossen van de schuld. Een van de voorwaarden:
Het aflossen begint per 1 oktober 2022 in 60 maandelijkse termijnen
Ruim 60.000 ondernemers hebben nog niets terugbetaald van deze coronaschuld. Deze groep is meerdere keren herinnerd door de Belastingdienst, maar heeft daar niet op gereageerd. Reden voor de Belastingdienst om de betalingsregeling in te trekken.
Invorderen vanaf 1 juli
Het intrekken van de betalingsregeling heeft als consequentie dat de Belastingdienst het bedrag van de schuld in één keer invordert, inclusief invorderingsrente en eventuele kosten. Dat gebeurt via de deurwaarder. Wat dit voor bedrijven gaat betekenen is nog onduidelijk.
Betalingsregeling aanpassen
Er zijn wel manieren om de betalingsregeling met de Belastingdienst (tijdelijk) aan te passen. Hiervoor moeten ondernemers met betalingsproblemen contact opnemen met de belastingdienst. Een paar opties zijn:
Kwartaalbetaling in plaats van per maand
Betaalpauze
Verlenging (tot 7 jaar)
Aanpassingen gaan via de website van de Belastingdienst
Reden betaalachterstand onduidelijk
De reden waarom veel ondernemers nog niet begonnen zijn met het aflossen van hun schuld is niet duidelijk. Het kan zijn dat sommigen hun schuld niet kunnen afbetalen. Veel bedrijven die de afgelopen periode failliet gegaan zijn, hadden een coronabetalingsregeling. Het kan ook zijn dat ze hopen op kwijtschelding. Wat de reden ook is, de Belastingdienst geeft deze ondernemers geen extra tijd meer.
Bron: Belastingdienst