Hoe trek ik klanten naar mijn webshop?

Een fraaie website is nog geen garantie voor een succesvolle online winkel. Je zult ervoor moeten zorgen dat zoveel mogelijk mensen jouw webshop weten te vinden. In dit artikel lees je hoe je een hoge ranking scoort bij Google.

Vraag een willekeurige internetwinkelier naar zijn marketingstrategie en hij zal meteen beginnen over Google. Goed vindbaar zijn voor zoekmachines is de eerste vereiste om (potentiële) klanten naar je webshop te trekken. Liefst 95% van het internetverkeer komt op een site terecht via een zoekmachine. Tegenwoordig is dat vrijwel altijd Google. Hoog staan in de lijst met zoekresultaten is dus enorm belangrijk. En dat gaat niet vanzelf. Je site moet technisch en tekstueel zodanig zijn opgezet dat Google ‘m oppikt. Hier volgen de drie basisregels. 

1. Goede keywords

Je kunt je site bepaalde sleutelwoorden meegeven. Dit kan door de metatags, door het eerste regeltje op je website of door de omschrijving die je meestuurt als je de pagina bij de zoekmachine aanmeldt. Kies deze keywords zorgvuldig. Verplaats je in een klant die op internet gaat zoeken naar jouw product: wat zal die intypen? Denk daarbij ook aan mogelijke synoniemen. Geef de categorieën op je homepage (de landingspagina van Google) functionele namen die met de vermoedelijk meest gebruikte zoektermen overeenkomen. ‘Voor uw gemak’ vind jij als stoelenverkoper misschien heel creatief. Maar ‘fauteuils’ werkt beter. Ook heel handig: de belangrijkste zoekterm in je domeinnaam stoppen. Heb je een schilderbedrijf, noem je site dan theojanssenschilderbedrijf.nl. Google herkent dan het woord schilder en dat scoort.

2. Match tussen de inhoud van een pagina en de url-naam

Je homepage is de pagina waar bezoekers binnenkomen. Maar daarnaast bestaat de site van je webshop uit veel meer pagina’s. Met elke klik kom je op een nieuwe pagina terecht. Het is belangrijk dat Google ook deze pagina’s vindt, omdat ze corresponderen met een bepaald product of thema uit je assortiment. Je bereikt dat door de naam van het product of thema exact in de url-naam van de pagina (de tekstregel in de menubalk) te zetten. Dus: www.tweedehandsspullen/kroonluchters. En geen ellenlange rij rare tekentjes achter de schuine streep. Dit is een kwestie van programmeren. Een professionele webbouwer behoort die kennis te hebben en uit zichzelf toe te passen.

3. Update zo vaak mogelijk

Als je vaak update, staat er vaak nieuwe informatie op je site. Google schat je dan hoger in dan een site waar de teksten al twee jaar hetzelfde zijn. Tip: plaats nieuwe informatie altijd op je homepage. Dat is waar Google ‘landt’, dus een nieuwtje op een achterliggend pagina wordt niet opgemerkt. Uiteraard kun je ook kiezen voor Google AdWords . Hierbij adverteer je bij Google, zodat je site in een speciaal blok bovenin of rechts van de pagina kan komen te staan.

Méér online promoten

1. Wees zelf actief op internet

Ga op zoek naar online platforms waar over dingen gesproken wordt die betrekking hebben op jouw onderneming. Een groep op de professionele netwerksite LinkedIn is bijvoorbeeld heel geschikt. Ook Twitter leent zich goed voor het uitbreiden van je netwerk. Pas wel op met opzichtig reclame maken. Doorverwijzen naar je site werkt niet. Werp je op als kenner en beantwoord vragen. Als mensen zien dat je verstand hebt van je business, levert dat veel meer op. Lees voor meer tips over het gebruik van sociale media het interview met ondernemer Petra de Boevere.

2. Regel veel links op andere sites

Ga pagina’s af die te maken hebben met jouw beroepsgroep. Vraag aan de webmasters van deze websites om links uit te wisselen. Vaak moet je namelijk ook hun adres op jouw site vermelden. Zoekmachines kijken naar het aantal links naar jouw site op internet, dus het loont al snel de moeite. Bovendien kun je meer bezoekers trekken, rechtstreeks via de link. Wat het altijd goed doet zijn de startpagina’s. Over bijna elk onderwerp bestaat wel een startpagina. Dan heb je meteen de juiste doelgroep te pakken, als je link daar tussen staat. In ons gratis e-book vind je nog veel meer informatie, interviews en tips over online ondernemen! Download het gratis via deze link.  Wil je weten hoe je offline als kleine ondernemer met dito budget je webshop kan promoten? Lees hoe de bekroonde starter Annefrid Imenkamp dit aanpakte.

Je kunt niet op alle kanalen aanwezig zijn, tenzij je een oneindig budget hebt. Daarom moet je een weloverwogen keuze maken als het om advertentiekanalen gaat. Je moet inzetten op de kanalen die voor jouw webshop het meest rendabel zijn.

LinkedIn en Facebook

LinkedIn en Facebook zijn populaire social mediakanalen om op te adverteren. Beide platformen bieden de mogelijkheid jouw doelgroep te specificeren. Zo kun je op LinkedIn onder andere kiezen welke functie de mensen die jouw advertentie zien moeten hebben. Op Facebook kun je filteren op bijvoorbeeld woonplaats en interesses.

De twee social mediakanalen verschillen hoofdzakelijk in het publiek dat er gebruik van maakt. LinkedIn is het grootste zakelijke netwerk ter wereld en dus meer geschikt als je bedrijven wilt benaderen. Facebook leent zich beter om onder de aandacht van consumenten te komen. Zo’n 60 procent van de Nederlanders heeft een profiel op Facebook.

Het grootste nadeel van LinkedIn is dat het niet rendabel is voor webwinkeleigenaren die consumenten willen bereiken. Maar een groot nadeel aan Facebook is dat de koopintentie van de gebruikers laag is. Mensen komen er (nog) niet om te kopen.

Google en Marktplaats

Je kunt er ook voor kiezen te adverteren via Google AdWords of Marktplaats Admarkt. De systemen lijken op elkaar, alleen biedt AdWords veel meer opties. Hierdoor is kennis van Search Engine Advertising (SEA) noodzakelijk. Ook ben je er aardig wat tijd aan kwijt om AdWords efficiënt in te zetten. Als je de kennis niet in huis hebt of tijd tekort komt, kun je een marketingbureau inschakelen.

Als je kiest voor Admarkt is dat niet nodig. Het systeem is eenvoudiger in gebruik. Marktplaats is een interessant kanaal geworden voor webshophouders, omdat bezoekers niet meer enkel op zoek zijn naar tweedehands spullen. Er wordt ook veel gezocht naar nieuwe producten. Een voordeel dat Admarkt boven AdWords heeft is dat mensen die Marktplaats bezoeken al in de koopfase zijn, terwijl mensen die googelen zich nog in de oriëntatiefase bevinden.

Welk kanaal het beste werkt, verschilt per webshop, product en advertentie. Het is daarom aan te raden beide kanalen te testen en te kijken wat voor jou het best werkt.

Direct mail en e-mailmarketing

Als webshophouder kun je ook gebruikmaken van e-mailmarketing en direct mail. Beide hebben voor- en nadelen. E-mailmarketing kan veel opleveren, mits je een goed adressenbestand hebt. Je kunt mensen namelijk niet zomaar een e-mail sturen als bedrijf. De ontvanger moet hier toestemming voor geven. De kosten van e-mailmarketing zijn erg laag en dat maakt het een aantrekkelijke manier om je doelgroep te bereiken.

De kosten voor direct mail zijn een stuk hoger. Drukwerk laten maken kost aardig wat geld. Een voordeel is dat drukwerk in het oog springt. Een e-mail is zo verwijderd, maar een folder of envelop valt altijd op.

Bol.com en Beslist.nl

Je kunt jouw producten ook onder de aandacht brengen via sites als Beslist.nl en Bol.com. Deze sites verschillen op diverse punten van elkaar. Zo betaal je bij Bol.com alleen een bemiddelingsbijdrage wanneer een product verkocht wordt, bij Beslist.nl is betalen per klik ook een optie. Met 500.000 bezoekers is Beslist.nl de grootste vergelijkingssite van Nederland, maar met 5 miljoen bezoekers heeft Bol.com een veel groter bereik. Daarentegen wordt Bol door veel webshops gezien als een concurrent, omdat het bedrijf zelf ook producten verkoopt.

Met deze informatie kun je een selectie maken van kanalen die je in wilt zetten voor jouw webshop. Door het uit te proberen ontdek je welke voor jou het meest rendabel zijn.

Veel manieren van adverteren kunnen je goed helpen jouw klant te bereiken. Maar welk kanaal is voor jouw webshop het meest rendabel? 

Download nu de Keuzegids‘Welke manier van adverteren past het best bij mij als webwinkelier?'.